In een uitspraak van 1 mei 2019 heeft Rechtbank Rotterdam zich uitgelaten over algemene voorwaarden. Het gaat in de uitspraak om de ‘battle of forms’, waarbij twee partijen stellen dat hun eigen algemene voorwaarden van toepassing zijn.
Kern van het geschil
Partijen hebben een conflict over de vraag welke algemene voorwaarden van toepassing zijn op de tussen hun gesloten overeenkomst. In de uitspraak overweegt de rechtbank dat (rechtsoverweging 3.3) ‘op grond van artikel 6:225 lid 3 BW, indien aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden verijzen, aan de tweede verwijzing geen werking toe komt, wanneer daarbij niet tevens de toepasselijkheid van de in de eerste verwijzing aangegeven algemene voorwaarden uitdrukkelijk van de hand wordt gewezen.’
Betekenis voor de praktijk
In de praktijk betekent dit dat de algemene voorwaarden van de contractpartij die haar algemene voorwaarden als eerst kenbaar heeft gemaakt van toepassing zijn op de overeenkomst. Dat geldt zeker wanneer die algemene voorwaarden niet door de andere contractpartij worden betwist. Dit betekent dat wanneer de ene contractpartij een offerte (aanbod) verstuurt aan de andere contractpartij en daarbij haar algemene voorwaarden mee stuurt of daarnaar verwijst (en voldoende kenbaar maakt), de algemene voorwaarden van de partij die de offerte heeft opgesteld toepasselijk zijn. Dat kan veranderen wanneer de aanvaardende contractpartij die toepasselijkheid duidelijk betwist en kenbaar maakt toepasselijkheid van haar eigen algemene voorwaarden te willen bedingen.
Oordeel in de zaak
In onderhavige zaak heeft de aanvaardende contractpartij de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van de andere contractpartij niet (duidelijk) betwist. Hierdoor komt geen werking toe aan haar eigen algemene voorwaarden, maar enkel aan de algemene voorwaarden die door de aanbiedende contractpartij aan haar kenbaar waren gemaakt. Er is niet gesteld dat ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bevestigd is welke algemene voorwaarden van toepassing zouden zijn. Hierdoor komt op grond van artikel 6:225 lid 3 BW geen werking toe aan de ’tweede verwijzing’ (de door de aanvaardende contractpartij aangebrachte algemene voorwaarden).
Bent u benieuwd naar de gehele uitspraak? Klik dan hier.